Kees met een C

Hij zit in de zon  op een bankje. Als we voorbij lopen groet hij als eerste: “Wat een rotweer he,” grapt hij onder een strakblauwe hemel. Hij ziet er flink gebruind uit, een geplooid gezicht, schat hem tussen de 55 en 70, alles er tussenin is mogelijk. Hij zit een peukje te roken en even later zal blijken dat hij een blik bier onzichtbaar in zijn zak heeft.

“Als je zin hebt in een praatje, geef mij dan ook maar een shaggie, dan kom ik naast je zitten,” stel ik voor. Hij schuift meteen op. Hij heet Kees, met een C zegt hij en overhandigt me zijn shagbuidel. “Moet je wel zelf draaien,” zegt Cees. Dat kan ik nog wel, ook al ben ik een af en toe roker.

“Oh wel roken maar niet kopen zeker,” denkt Cees hardop. Nee hoor, heb thuis ook een pakje, maar neem het nooit mee.

Hij begint over een gezondheidsprobleem. Als ik vraag of hij AOW heeft, zegt hij: “Nee ik moet nog tien jaar.” Het blijkt de trigger om te vertellen over de situatie waar hij in zit.

“Ik ben in between,” zegt hij en begint te verhalen over zijn eigen bedrijf met werknemers en de bij zijn werk passende lifestyle.  “Een kostbare lifestyle, op een gegeven moment kwam ik er achter dat ik twee keer zoveel uitgaf als er binnen kwam.”  Daar vond hij een oplossing voor: overal mee stoppen. Maar nu deed hij dus al een paar jaar niets. Op mijn vraag of hij schulden had, gaat hij aanvankelijk niet in.  

“Ik had er genoeg van om altijd maar met de problemen van anderen bezig te zijn,” zegt hij.  “Maar ik zal toch ergens weer geld mee moeten gaan verdienen. En nou weet ik niet of ik mijn oude beroep weer ga uitoefenen of iets anders ga doen.” Voor zijn oude beroep moet hij weer een pand hebben en mensen in dienst. Het is duidelijk een drempel, merk ik. Misschien kan hij eens nadenken over een andere aanpak. Maar hij is ergens nog wel gehecht aan de lifestyle die bij zijn vak past. Ik vertel over vakgenoten die ik ken maar die het klein houden en tevreden zijn met een bijbehorend inkomen. Hij is er even stil van.

“Moet toch dat tonnetje nog zien terug te verdienen,” zegt hij.  Ik suggereer dat hij ook zou kunnen kiezen voor een schuldenregeling,  dan is hij er binnen drie jaar vanaf.  “Tegenwoordig is het nog maar achttien maanden,” zegt Cees. “Dat is te overzien om op een houtje te bijten.”  

Hij staat op om zijn lege bierblik in de prullenbak te gooien en pakt een volgende uit zijn  zak. Het is nog ochtend, dus ik stel vast dat hij een alcoholprobleem heeft en dat het misschien ook lastig maakt om te beslissen wat hij moet gaan doen.  Hij ontkent noch bevestigt.

“Je snapt het he, ik ben dus ín between,”  zegt hij met een lach.

Ik wens Kees sterkte met zijn keuzes maken.

“Tot ziens he!” roept hij me achterna. “En het is Kees met een C he!”

Hemelvaart

Zaterdag was de derde dag dat haar gordijnen dicht bleven. Maar dat gebeurde wel vaker. Dan kon ze de wereld ‘even’ niet meer aan, hield haar gordijnen gesloten en reageerde nergens meer op. Toen haar buurvrouw kwam melden dat de super tevergeefs had geprobeerd boodschappen af te leveren, was dat wel extreem, maar passend in dat terugtrekpatroon. De eerste jaren waarin we vrienden werden, maakte dat gesloten gedoe me onrustig, vooral toen het een keer opliep naar twee weken. In die twee weken had ik al een paar keer met de sleutel van haar huis in mijn handen gestaan, maar steeds besloten haar privacy te respecteren. Daar was ze achteraf dankbaar voor, toonde begrip voor mijn ongerustheid omdat ze alleen woont, maar liet me beloven nooit binnen een week van de sleutel gebruik te maken.

“Als ik dood lig, kun je daar toch niets meer aan doen,” zei ze heel laconiek.

Maandag vertrok ik voor een midweekje naar Vlieland maar er bleef via WhatsApp contact met haar buren. Dinsdag waren de berichten van de buren en mijn gevoel en bevindingen zo ernstig dat we het nodig vonden dit keer wel binnen een week gebruik te maken van mijn sleutel van haar huis. Een vriend wilde haar sleutel wel bij mij thuis ophalen. De buren wilden niet naar binnen zonder overleg met de politie. Ik had daar twijfels over, maar besefte steeds meer dat ik wellicht in de hoop bleef zitten. Haar buren kozen voor de juiste weg.

Nadat de politie was gebeld, ging ik even bij mijn hond zitten. Dankzij mijn vriendin heb ik eind 2018 besloten deze zwerver uit Spanje te kiezen i.p.v. een raspuppy uit ons land. Ze was stapel op Baba en hij op haar en ze werd zijn vaste oppas. Baba liet zich eerst aaien, maar toen ik hem duidelijk maakte dat er iets mis was met Miranda, liet hij een zachte extreem langgerekte grom horen.

Eigenlijk wist ik het toen al, ik werd heel zenuwachtig en wachtte vol spanning over wat er zou worden ontdekt, het duurde voor mijn gevoel een eeuwigheid. De politie nam alle protocollen in acht, de sleutel bleek onbruikbaar omdat haar deur van binnen gesloten was en haar sleutels nog in het slot zaten.

De politie verschafte zich uiteindelijk toegang tot haar huis via het dak van de buren.

Ze lag in onnatuurlijke houding onderaan de trap.

Wat daarna volgde moet voor de mensen in ons straatje hectisch zijn overgekomen. Steeds meer en andere wagens en busjes. Mijn vriend meldde dat toen hij naar zijn huis fietste er zeker acht mensen uit haar huis kwamen. Natuurlijk, een misdaad moest worden uitgesloten, een arts moest de doodsoorzaak vaststellen enz. enz..

De hele avond werd ik door vriend en buren op de hoogte gehouden, andere straatgenoten uitten hun ontzetting en verdriet. En natuurlijk ging iedereen zich afvragen of ze anders of eerder hadden kunnen handelen, reageren. Maar ze was nou eenmaal heel erg op zichzelf en had de laatste jaren weinig contacten meer over. En ik had haar woensdag nog gesproken en ondanks de dichte gordijnen had ze donderdag wel gereageerd op mijn nieuws van de last minute boeking naar Vlieland. Wrang was dat die appjes werden afgesloten met een korte van haar. Om 20:42 schreef ze: “Top” Dat ze naar beneden gevallen was zou wel iets te maken kunnen hebben gehad met de enorme pijn die ze de laatste maanden in haar knieën had.

Ik troostte mezelf met dat ik haar nog zo recent had gesproken, we deze maand diverse leuke momenten hadden samen, ze 7 mei nog stralend was nadat ze een middag op Baba had gepast.

Het duurde tot ver na middernacht voor een lijkwagen haar naar een mortuarium heeft gebracht.

Die nacht deed mijn hond iets wat hij nog nooit eerder heeft gedaan: hij wilde perse onder de dekens om zijn kop op mijn hart te leggen. Ik was hem er dankbaar voor. Nadat ik tot rust was gekomen, ging hij zonder morren terug naar zijn eigen plek.

Dank je wel Miranda dat je me hebt overtuigd deze lieverd als mijn viervoetige levensgezel te kiezen.

Als ik morgen terugreis naar huis, ligt er, net als de afgelopen twee dagen veel gedoe op me te wachten, want ze had geen familie meer die contact met haar wilde.

Maar vandaag is het voor Baba en mij Miranda’s hemelvaartdag.

Verhokt

Ik las dat woord voor het eerst in een artikel over problemen in de ggz met betrekking tot mensen met complexe psychische stoornissen..

“De ggz gaat ervan uit dat mensen op te delen zijn in losse stoornissen. Terwijl hoe ernstiger je probleem is, hoe meer diagnoses je tegelijk hebt,” zegt Jim van Os, hoogleraar psychiatrie. Zorgpartijen richten zich in gespecialiseerde centra op specifieke stoornissen volgens de labels van DSM-5. Hokjesdenken dus. En daarmee vallen veel mensen buiten de boot.

Een moeder zegt in dat artikel: “Je kan wel zeggen: ook deze mensen moeten meedoen in de maatschappij. Maar laten we eerlijk zijn: wie wil er nou met zo’n man omgaan?”

Ik zag meteen de groep mannen in het park voor me. Het zijn niet eens allemaal daklozen, sommigen hebben een woning, maar hun samenscholen en daarbij o.a. een biertje drinken, hoort bij hun vaste routine. De meeste mensen lopen met een boog om hen heen.  Ik voer af en toe gesprekken met ze, als ik het park inkom, zwaaien we. Ze kennen mijn naam, ik hun vaak moeilijke namen ook.

Ik ken ook de namen van allerlei mensen met een psychische stoornis die al dan niet begeleid in de buurt zelfstandig wonen. Gewoon, omdat ik hier al lang woon, ze met enige regelmaat tegenkom, soms een praatje maak. Meestal gaat het goed met ze, soms niet. Soms zorgen ze voor omwonenden voor overlast, meestal niet. Zoals verslaafde en schizofrene C.  Ze neemt nogal eens andere verslaafden mee naar haar huis, altijd mannen. Soms staat er een voor haar deur te schreeuwen, dat boezemt omwonenden angst in en dan bellen ze de politie. Een paar keer per jaar belt ze bij me aan. Ze heeft dan stemmen gehoord die haar zeggen dat ze hier moet zijn. Ik heb haar een paar keer binnen gelaten, maar veel verder dan haar verhaal aanhoren en haar daarmee weer rust geven, kom ik ook niet en nu sta ik haar alleen nog aan de deur te woord.

K. kent iedereen in de buurt, ze is praatziek, maar soms ook heel bang. In haar appartementencomplex wonen dealers, vertelt ze. Ze wil er niets mee te maken hebben, maar soms bedreigen ze haar, maar niemand die daar iets aan doet, zegt ze.

M. speelt soms muziek op straat, maar als ze haar lippen weer extreem donkerrood, bijna clownesk heeft aangezet, weet ik dat er weer Bulgaren bij haar op bezoek zijn en ze kort daarna weer helemaal in zichzelf gekeerd wordt. Ik vermoed misbruik, maar niemand die daar iets van schijnt te (willen) weten.

Vooral van de vrouwen die ‘zelfstandig’ wonen, vraag ik me soms af of ze niet gelukkiger en veiliger zouden zijn in een instelling, maar die plekken zijn steeds schaarser. En het aantal begeleid wonen complexen is ook beperkt.

Een vriend is al jaren slaapwacht in een begeleid wonen project. Maar de nachten dat hij daar echt slaapt zijn zeldzaam. De problematiek is er zeer divers en soms moet hij midden in de nacht vanwege agressie assistentie inroepen.

Met de mannen die ‘gewoon’ in de buurt een woning hebben, gaat het beter. Zo loopt er een altijd met een big smile door de buurt, in een stadstuin kan hij urenlang met die grote grijns wijdbeens zittend de omgeving overzien. Hij redt het wel. Maar deel van de samenleving is ook hij niet.

Voor de meeste mensen is een korte groet al teveel gevraagd. En laat ik ook eerlijk zijn: verder dan compassie en een praatje maken op straat kom ik ook niet.  

Geschrokken egel

Als mijn kleindochter van inmiddels bijna 7 bij me komt logeren, doet ze ’s ochtends graag mee met yoga. Dat doe ik normaal in stilte, maar met kleindochter erbij moet de muziek aan. Liefst muziek waar ze lekker op kan dansen. Alleen daardoor al is me duidelijk wat ze liever doet. Het past ook beter bij de gigantische hoeveelheid energie waarmee ze uit bed komt. Dus beginnen we met dansen, zij lekker wild en ik met een soort opwarmdansje.

Dan wordt het toch echt tijd voor de eerste yogaoefeningen. Met de eenvoudige dynamische doet ze mee, maar als ik begin met meer ingewikkelde asana’s haakt ze zoals altijd af en gaat bewegen op haar eigen manier.

“Oma, ik weet een nieuwe methode!”

Met methode blijkt ze asana te bedoelen. Ze heeft er voor de gelegenheid zelf een bedacht.

“Hij heet: de omgevallen egel.”

Ze doet hem voor: wijdbeens zittend pakt ze voorover buigend haar tenen vast en rolt dan achterwaarts om. Het kost even moeite om de tenen vast te houden, maar eenmaal op de rug pakt ze die vrij snel weer beet en strekt haar benen flink.

Dat doe ik  haar niet na.  Dat wijdbeens zittend mijn tenen pakken gaat prima, maar hoe rol ik vanuit daar om?

“Niet je tenen loslaten oma!” Ja dat is juist het lastige. Tenen vasthouden en benen wijd blijven strekken terwijl je op je rug ligt is ook niet bepaald eenvoudig maar als geheel is het logisch. Heeft ze dit echt zelf bedacht? Die naam ook? Jazeker! En ze heeft ook nog een paar andere ‘methodes’ bedacht die ze duidelijk ter plekke verzint. Ze zijn minder logisch. Dus doen we nog een keer de omgevallen egel. 

Omdat ik niet zo goed om kan rollen vanuit die gespreide houding, mag ik van haar eerst omrollen en dan mijn tenen beetpakken.

Als ik na de logeerpartij per app vertel over de leuke zelfbedachte yoga houding appt haar moeder terug:

“Volgens je kleindochter heet het de geschrokken egel. En pak je je voeten pas als je al omgerold bent.”

Ook bij het bedenken van ‘methodes’ is kennelijk sprake van voortschrijdend inzicht.

Kamille en tijm

Al meer dan een maand had ik last van een fikse hoest. Begonnen met een flinke verkoudheid, vermoedelijk het RS virus. In die periode kwamen minimaal 3 van de 10 bezoekers van de huisarts terug met die diagnose. Een verkoudheid met een naam was nieuw voor me, maar het blijkt al lang te bestaan. Bijna alle kinderen maken op jonge leeftijd een infectie door met het RS virus (Respiratoir Syncytieel virus, ook wel afgekort tot RSV). Het RS virus veroorzaakt infecties van de luchtwegen, zoals neus, keel, luchtpijp en longen. Afhankelijk van de ernst van de infectie lopen de klachten uiteen van neusverkoudheid tot een ernstige benauwdheid. Dat laatste kan zorgen dat als je gaat liggen verstikkende hoest je uit je slaap houdt. Je kussens hoog opstapelen zodat je enigszins opgericht ligt, helpt.  Ook ouderen kunnen ernstig ziek worden van dergelijke luchtweginfecties. Het virus wijkt af van de meeste virussen door het feit dat het gedurende het leven verschillende ziekte-episoden kan veroorzaken: immuniteit is niet levenslang.

Pas drie dagen geleden besloot ik terug te grijpen op een oud middeltje: een handjevol tijm en dito kamille in een kom, een laagje kokend water erop, handdoek over hoofd en kom en dampen maar. Diep inademen door de neus tot ik het in mijn longpunten voel stromen, even vasthouden en door de mond uitademen. Minimaal 5 minuten zo doorgaan. Het resultaat was ernaar: op een enkel kuchje na was de hoest eindelijk weg.

Wat restte was verbazing over mezelf. Al jaren weet ik hoe probaat dit natuurlijke middeltje is, waarom had ik er zo lang mee gewacht? Ik gebruik zelden medicijnen, zelfs een aspirientje komt er niet in bij mij, maar dat kan o.a. omdat ik weet hoe ik kruiden kan inzetten. En toch heb ik dat een maand uitgesteld. Het ongemak van nat haar is ook geen excuus: even mijn haar in een knotje op mijn hoofd en ook dat probleem is opgelost.

Vanmorgen diep nagedacht (gemediteerd) over dit lakse gedrag van mezelf. Ik kwam tot de conclusie dat mijn innerlijke houding die van vertrouwen op mijn lichaam is en dat ik als daar iets niet goed mee gaat, vertrouw dat het van-zelf weer overgaat, eventueel ondersteund met specifieke yoga- en meditatieoefeningen. Mijn huidige basishouding is er een van accepteren en loslaten, en dat gaat kennelijk inmiddels veel verder dan emoties. Ik leef (meestal, soms moet ik er even voor gaan stilzitten 😉) in volstrekte acceptatie van dat de dingen zijn zoals ze zijn, alles is zoals het is. Met het ouder worden is daar acceptatie van lichamelijk ongemak bijgekomen.

Maar als ik voel dat dingen echt anders moeten, schroom ik niet om daar wat van te zeggen of aan te doen. Als ik fysiek echte hinder ervaar, doe ik daar ook wat aan. Zo had ik een aantal jaren geleden last van beginnende artrose in een knie. Lopen werd pijnlijk. Meer dan een jaar liep ik buiten met een stok. Maar uiteindelijk vond ik de manier om het probleem grondiger aan te pakken. Het vergt enig doorzettingsvermogen: elke dag volgens een specifiek schema minstens 2 kilometer fietsen op mijn hometrainer en elke nacht voor het slapen gaan een kruidenmengsel smeren, maar ik loop alweer een paar jaar zonder stok. Ik maak vrijwel dagelijks lange wandelingen en luister daarbij goed naar mijn lichaam en neem korte pauzes op bankjes om de knie tijdig even te ontlasten.

Kennelijk vond ik de hoest niet ongemakkelijk genoeg om in te grijpen. Maar de meditatie vanmorgen leerde me dat ik moet besluiten liever te zijn voor mijn lijf, dus er beter voor moet gaan zorgen. Had daarna weer even een hoestbui.

Ik ga weer even aan de slag met kamille en tijm. Na het dampen door een zeefje in een groot glas: heerlijke en heilzame thee 😉

Beter

Een bijzonder woord…

Het kan vooruitgang aangeven, een oordeel of een rangorde.

Beter zijn dan iemand anders, dat laat ik maar over aan degenen met een groot ego.

Interessanter vind ik de vooruitgang die het woord kan uitdrukken.

Wordt het dit jaar beter dan vorig jaar? Met minder ziektes? Minder incompetente machthebbers? Gaan we als burgers onze stem beter gebruiken? Word je gezondheid beter?

Verwachten we dat dingen beter worden?

Zou kunnen als we allemaal wat liefdevoller worden. Wat bewuster van wie we in wezen zijn.

Laten we vooral beter worden in dromen. (Imagine)

Mooie, betere dromen die uit kunnen komen, wens ik je toe.

Laten we van 2023 een beter jaar maken dan het vorige.

Onze energie

Er wordt veel geschreven en gesproken over de hoge energietarieven, maar weinig fundamenteels over de oorzaken. Wie denkt dat het alleen te wijten is aan Rusland en de oorlog in Oekraïne, denkt kortzichtig. De energietransitie van fossiele brandstoffen naar duurzame bronnen gaat duidelijk te langzaam, de privatisering van nutsbedrijven zoals energiemaatschappijen die hun aandeelhouders winst willen kunnen blijven garanderen, is een van de vele slechte gevolgen van neoliberalisme en de energiebehoefte van 8 miljard mensen groeit maar door. Er is wereldwijd sprake van een energiecrisis en al jaren woeden er oorlogen om energie. Om maar eens wat te noemen.

In Nederland vindt de regering het nog steeds belangrijk om grote databedrijven binnen te halen, waarbij deze energie slurpers als lokkertje heel voordelig energie krijgen aangeboden.

Ondertussen zijn het weer de zwakste schouders die het meeste moeten dragen.

Maar er zijn ook voordelen aan deze energiecrisis: mensen worden zich eindelijk bewust van hoeveel energie ze gebruiken. Van stofzuigers tot koelkasten, van laptop tot tv, van wasmachine tot verwarming. Het kan allemaal best een graadje minder.

Het weekend voor kerst is zo’n beetje iedereen klaar met het versieren van hun huis. Gisteravond lopend door de straten, viel me op hoeveel minder kerstverlichting de gevels siert. De afgelopen jaren was de trend meer en meer, de kerstverlichting werd steeds Amerikaanser, nu wordt er duidelijk bezuinigd. Het lijkt minder feestelijk, maar je zou je kunnen afvragen of de kerstsfeer afhankelijk is van de hoeveelheid feestelijke verlichting. Ik zag oude filmpjes terug waarin voormalige coryfeeën als Bing Crosby en Frank Sinatra  de -veelal witte- kerst bezongen en wat me opviel was dat ook bij die Amerikanen toen nog de kerstsfeer bestond uit simpelweg één kerstboom. Hoe anders is de kerstverlichting in de kerstfilms van nu. Op ´Christmas Channel’ RTL8 worden er al wekenlang elke avond een paar achter elkaar vertoond, Netflix adverteert met kerstfilms en de huizen barsten in die films van binnen en van buiten van de lichtjes. Ruimtes volproppen met zoveel mogelijk versierde bomen lijkt de trend, vooral in bedrijfsgebouwen. Volstrekt over de top, energievretend, natuur belastend, en dan heb ik het maar even niet over de industrie van alle versieringen  en kunst kerstbomen.

Maar er is ook iets heel prettigs aan die films. Zoetsappig of niet, er wordt aandacht besteed aan het wezenlijke van kerst en in feite aan wat wezenlijk zou kunnen zijn in ons aller levens. De families in die films hebben ongelooflijk goede relaties of herstellen die. In plaats van kerststress is er wezenlijke aandacht voor elkaar, wordt er gezamenlijk gebakken en versierd en… viert de Liefde hoogtij. Voor velen van ons is zo´n leven inmiddels onvoorstelbaar geworden. Maar er is niets mis met familie en vrienden en je eigen omgeving belangrijker vinden dan carrière en geld.

Als we ons allemaal wat meer bezig zouden houden met het lichtje in ons hart, met licht brengen in elkaars leven, zou de wereld er een stuk beter op worden. Waar richt jij je energie op?

Ik wens iedereen een ´merry christmas´ in met liefdevolle warmte gevulde huiskamers.

Mooi leven

Ik heb een mooi leven. Goed beschouwd altijd gehad. Als ik er nu op terugkijk, zijn er veel mooie dingen gebeurd, heb ik veel prachtige zaken in gang helpen zetten, veel voldoening gevende activiteiten ontplooid. Veel geleerd, gekregen en op mijn manier gegeven wat ik op dat moment kon.

Als ik mijn leven soms kort wil samenvatten, zeg ik dat mijn leven heeft bestaan uit nachtmerries en sprookjes. Ik zou je niet kunnen zeggen welke leerzamer zijn. Natuurlijk zou ik veel van die nachtmerries liever niet gehad hebben, zonder die zou ik wellicht een heel ander leven leiden dan ik nu leid. Maar ik zei al dat ik een mooi leven heb, dus waarom zou ik de soms echt vreselijke gebeurtenissen liever niet hebben meegemaakt?  Er was net zo goed een reden voor als er redenen waren voor de sprookjesachtige gebeurtenissen, ook al heb ik van beide soorten ervaringen niet altijd de reden begrepen. Het was zoals het was, het leven is zoals het is. Dat geldt voor ieders leven. 

Ik kan me voorstellen dat mensen die weten wat voor leven ik geleid heb, anders daar tegenaan kijken dan ik. Sterker nog, ik weet van sommige mensen dat ze zich niet kunnen voorstellen dat ik zelf vind dat ik een mooi leven heb. Tegen hen zou ik willen zeggen: oordeel nooit over een ander, je weet immers niet waarom zijn of haar leven zo verloopt? Wat weet je over de keuzes die een ander maakt, welk karma de ander al dan niet in bewustzijn daarvan uitwerkt? Wat weet je over je eigen keuzes? Heb je een idee waarom je niet snapt dat de ander kon vergeven? Ja ik begrijp dat je in mijn schoenen staand andere keuzes zou hebben gemaakt, maar jij bent mij niet en ik ben jou niet.

Ik heb door de schade van de ‘nachtmerries’ veel moeten verwerken en eerlijk gezegd, in het begin vond ik dat helemaal niet makkelijk. Tot het moment dat ik besloot dat het nauwelijks nog erger kon worden en ik me in een diep zwart gat liet vallen. Er leek geen einde te komen aan mijn val, de put was dieper dan ik me ooit had kunnen voorstellen. Maar tot mijn verrassing was er een soort verende bodem en was ik binnen no-time weer in het Licht. Wijzer, heler. Daarna was ik nooit meer bang om nare dingen tot in het diepst van mijn wezen te voelen en daarmee ben ik heel gelukkig en tot de dag van vandaag heel dankbaar voor. Alles mag er zijn, elke emotie, vreugdevol of verdrietig makend of welke emotie dan ook veroorzakend. Mede daarom heb ik zo’n mooi leven.

Ik prijs me ook heel gelukkig dat ik in de tijd leef waarin ik leef. Ik heb toch maar eventjes de mooiste tijd in de geschiedenis der mensheid mogen meemaken. Een periode met een lange vrede in dit kikkerlandje en ongekende welstand voor de gewone burger. Er is veel bereikt. Mede dankzij die periode van welstand heeft er een enorme bewustzijns ontwikkeling plaats gevonden.

Het is ‘even slikken’ nu aan die groeizame periode van welstand en vrede een eind lijkt te zijn gekomen. Steeds meer mensen raken in verwarring door alle leugens, bedrog, misleidende en manipulatieve informatie enz. Veel mensen kiezen ervoor ‘de wereld’ zoveel mogelijk buiten te sluiten. Ze richten zich op hun eigen leven en proberen dat al dan niet in de kou zittend zo draaglijk mogelijk te houden. Op zich een verstandige keuze, vooral als je in verwarring bent. Dan kun  je beter even dat al dan niet gemanipuleerde nieuws uit en over de wereld even aan je voorbij laten gaan. Doe ik soms ook: ‘even’ geen journaals meer, geen talkshows, spaarzaam gebruik van sociale media, alleen omgang met liefdevolle mensen.

Maar helemaal de wereld buiten sluiten kan ik niet, en zal ik ook nooit willen. Want als fysiek mens ben ik deel van deze wereld, als spiritueel wezen weet ik me verbonden. Als ik de wereld zou buiten sluiten, zou ik dan nog zo’n mooi leven hebben of ben ik dan alleen maar met mezelf bezig?

De verdwenen compostbak

Sinds twee jaar heb ik een nieuwe tuin op het moestuin complex waar ik al meer dan veertig jaar tuinier.  Het was het eerste moestuincomplex midden in een stad en is idyllisch gelegen aan weerszijden van een riviertje, omzoomd met knotwilgen. De ligging middenin een woonwijk vergt hekken en sloten, zonder dat zou veel van het werk van de circa zestig tuinders als sneeuw voor de zon verdwijnen.

Bij mijn nieuwe tuin erfde ik een grote compostbak. Hoewel groot voorstander van zelf composteren was ik daar toch blij mee, want zieke planten doe je niet op je composthoop en evenmin takken van bramen, waar er veel van groeien in deze tuin.

Zo’n twee maanden geleden was de compostbak ineens verdwenen. Op de plek waar hij had gestaan, stonden twee oude vierkante bakken, zo te zien voormalige vuilnisbakken en de binnenkant liet zich aanzien als gebruikt voor groenafval of minivijver. Mijn eerste gedachte was daarom een medetuinster die veel van dit soort bakken heeft en ik er voor aanzag mijn bak ‘geleend’ te hebben. Maar mijn bak stond niet op haar tuin.

Dus ging ik alle andere tuinen af, maar ook daar was mijn bak niet te vinden. Het is een opvallende bak, ik heb er een megagrote sticker opgeplakt met het vignet van ‘Worldpeace is possible’.  Zou iemand die tekst hebben uitgelegd als dat ik tolerant genoeg was om te kunnen accepteren dat de bak meegenomen kon worden?

Bij de compostophaaldag struinde ik de drie plaatsen af waar door onze tuinders bakken kunnen worden neergezet, maar ook daar was de bak niet bij. Ik plaatste een appje in onze gezamenlijke appgroep, bracht de rare vervanging ter sprake in de ledenvergadering, maar niemand wist van iets.

De eerste weken na de verdwijning hield ik het gevoel dat de bak ‘vanzelf’ een keer terug zou komen. Maar toen na een maand een van de twee witte bakken ook weer weg bleek, besloot ik dat ik moest accepteren dat hij gestolen was.

Tot vandaag.

Ik kwam komend uit een supermarkt een medetuinster tegen, degene aan wie ik het eerst gedacht had. Ze vertelde doodleuk dat zij de bak had. Nee, niet op de tuin, ze had hem meegenomen naar huis. Nee, ook niet voor zichzelf, ze gebruikte de bak om iemand die veel papier en andere troep in zijn huis had, te helpen met het verwijderen daarvan. Haar huis is ruim een kwartier lopen van ons complex vandaan, ik probeerde me voor te stellen hoe ze de halve binnenstad moest zijn doorgelopen met de grote bak. Hoe zou mijn, tamelijk nieuwe, bak tegen al dat belasten en reizen op zijn twee wielen bestand zijn?

“Ik wil hem terug!” stelde ik. Maar dat bleek moeilijk, want ze had hem nog nodig. Ja ik ook, de snoei van verdorde takken had ik inmiddels al uitgesteld. Dat betekent in het nieuwe jaar een hoop werk dat in korte tijd gedaan moet worden voor de planten (goed voor 17 kilo bramen vorig jaar!) weer beginnen met uitlopen. Ze bood aan me te gaan helpen met snoeien volgend jaar. Nee, ik doe het graag zelf.  Nou, dan kon ik die takken toch op een hoop leggen. Nee, dan moet ik twee keer mijn handen proberen te vrijwaren van geprikt worden. Dan leg je ze op mijn tuin, stelde ze voor. Nee, dat is me teveel werk, moet ik met die takken gaan lopen slepen, mij niet gezien. Tot dan toe bleef ik nog rustig maar beslist. “Ik wil gewoon mijn bak terug!”.

Nou ze wilde hem eigenlijk houden, stelde ze. Ik kon toch de gemeente bellen voor een nieuwe bak?! Omgekeerde wereld. Hier knapte er iets bij mij. Hoe kwam ze erbij?! Ik heb bij mijn huis een kleine kliko, dan ga ik de gemeente toch niet vragen om een grote? Ja maar die kon ik wel krijgen, zij niet omdat ze in de binnenstad woont. “Dat is niet mijn probleem. Mijn probleem is dat jij zonder te vragen mijn bak meeneemt, niet eens een briefje neerlegt of zo en er zonder meer vanuit gaat dat ik wel eventjes een nieuwe ga bestellen.”

Nou ze was hevig teleurgesteld in mij, ze had mij ingeschat als iemand die niet moeilijk zou doen. Boos liep ze weg. Om even later weer terug te komen om te beweren dat ze wel vier keer een briefje had neergelegd, maar die telkens verregend waren. Ik kwam de afgelopen maanden nog twee keer per week op mijn tuin, geen briefje gezien.

Vervolgens ging ze omstandig uitleggen welke hulp haar overbuurman van haar kreeg. Ik moest toch kunnen begrijpen hoe belangrijk het was dat ze die man hielp. Iemand met zo’n sticker op de bak moest dat toch kunnen begrijpen, maar volgens haar hoor ik kennelijk ook bij de mensen die wel mooie woorden hadden maar geen mooie daden. Ik probeerde het met uitleggen hoe uniek die megagrote sticker was en dat ik hem ook daarom terug wilde hebben.

Maar ik moest me geen zorgen maken, die sticker zat er nog op. Ik probeerde nog een keer dat ik de bak echt terug wilde hebben.

“Ja je krijgt hem ook terug, dat was ik ook van plan, maar het duurt gewoon veel langer dan ik dacht.”

Ok, wanneer krijg ik hem terug dan? Ja dat wist ze niet.

“Ik wil hem voor het nieuwe jaar terug!” probeerde ik nog. Nou ze wist niet of dat ging lukken.

Ok, dan heb ik hem in januari terug! besloot ik. Ze leek daar blij mee, maar begon toen opnieuw over dat ze gedacht had dat ik niet moeilijk zou doen. En ze had spijt dat ze het me verteld had.

Ik legde nog een keer uit dat je niet iets langdurig leent zonder overleg en schetste alle mogelijkheden die ze daartoe had kunnen benutten. Maar die mogelijkheden heeft ze niet. Ze wil niets met de wereld te maken hebben en heeft dus ook geen e-mail, daarom geen ledenlijst, daarom geen telefoonnummers of adressen en ze was me niet meer tegengekomen op de tuinen.

‘WorldPeace is possible’, als een groot deel der mensheid deze gedachte zou affirmeren, zou het werkelijkheid worden. Maar of het ooit zover komt…?

Volksverhuizing

Het was die dag 27 graden. Mijn hond en ik maakten die week onze eerste echt substantiële wandeling, het was er steeds te warm voor. In het park waren de grasvelden op een enkel stukje na helemaal geel. Ik probeerde me voor te stellen  hoe het er over een week uit zou zien als er dan nog steeds geen regen was gevallen. En hoe het zou zijn als er nog twee weken geen regen zou vallen, of twee maanden.

De associatie met verdroogde gebieden elders in de wereld kon niet uitblijven. Hoe asociaal zijn we hier in  het noorden toch eigenlijk. Enerzijds hebben wij noordelingen de industrieën waar de zogenoemde ‘westerse’ landen de economische vruchten van plukken, maar die voor de grote vervuilingen op Aarde hebben gezorgd, anderzijds zijn we niet bereid om de gevolgen van onze daden te aanvaarden en een gastvrij Europa te zijn voor klimaatvluchtelingen.

Ik liet die gedachten met moeite weer los om toch nog te kunnen genieten van de wandeling.

Inmiddels is er veel regen gevallen, zijn de graslanden weer groen en is de lange, droge zomer voorbij.

Maar de gedachten van die warme dag komen steeds weer terug in mijn bewustzijn. Het is immers duidelijk dat het klimaat verandert. Wij schijnen hier het klimaat te krijgen van Bordeaux. Maar hoe wordt het dan in Bordeaux? Als de klimaatgrenzen zo’n 1000 kilometer opschuiven, hoe leefbaar wordt het dan nog in Noord-Afrika en rond de evenaar?

We zijn nog steeds een rijk land, maar de hyperinflatie slaat toe en armoede grijpt om zich heen. Nu zijn er al kinderen die niet meer kunnen douchen, zonder ontbijt naar school gaan en hun aantal neemt in hoog tempo toe.  Hoe gaan we daar mee om?

Zou het voor meer begrip zorgen voor de vaders en moeders die hier in Europa op zoek zijn naar een beter bestaan? Die vaders en moeders die proberen hun kinderen een leven te bezorgen met genoeg voedsel en veiligheid kunnen we kennelijk niet meer huisvesten.

De regering probeert grasland te verminderen ten bate van meer woningen, Parkstad Nederland moet een megacity worden volgens onze huidige leiders.

Niet alleen Nederland, maar de hele wereld ziet zich geplaatst voor gigantische opgaven. Mondiale volksverhuizingen zijn daar onderdeel van.  Door de hele geschiedenis hebben volksverhuizingen plaats gevonden. Voor deze die nog maar aan het begin lijkt te staan, zouden we meer begrip moeten kunnen opbrengen. De gedachte ‘eigen volk eerst’ is heel begrijpelijk, maar niet passend bij een land dat rijk is geworden door uitbuiting van andere landen en volken.

Wanneer gaan we nu eindelijk beseffen dat de Aarde één groot ecosysteem is en dat we allemaal energetisch met elkaar zijn verbonden?