Beïnvloedbaar

De toestand in de VS en met name de gebeurtenissen in Washington deze week laten weer eens zien hoe makkelijk mensen te beïnvloeden zijn. Leugens, bedrog, manipulatie worden slecht doorzien. Mensen geloven kennelijk graag wat ze willen geloven en een mega manipulant als Trump weet daar ongelooflijk slim op in te spelen. Overigens o.a. met argumenten en retoriek die al eeuwenlang door dictators wordt gebruikt.

Ik ben eindelijk begonnen aan het boek ‘De meeste mensen deugen’ van Rutger Bregman dat recent werd bekroond met de NS publieksprijs. Het boek is een verrassing voor me in veel opzichten. Bregman laat o.a. zien dat het al eeuwenlang afschilderen van de mens als een wild dier dat slecht wordt zodra je het laagje vernis dat beschaving heet eraf pelt, een soort ‘self fulfilling prophecy’ is geworden en de werkelijkheid vaak anders is dan door media en machthebbers werd en wordt afgeschilderd. Er wordt ons een ‘werkelijkheid’ voorgehouden die machthebbers wenselijk achten. Rapporten over hoe het echt is gesteld met allerlei situaties in ons maatschappelijk leven worden niet zelden terzijde geschoven, zo niet in een la of doofpot gestopt. Mensen die de waarheid aan het licht willen brengen, worden in diskrediet gebracht met in onze tijd imho als een van de grootste dieptepunten wat er nog steeds gaande is rond Julian Assenge.

In onze tijd komt steeds meer van deze gang van zaken aan het licht. En er worden de gekste middelen ingezet om dat weer tegen te spreken. Omkering van feiten is daarbij een veelgebruikt middel. Het gevaarlijke van Trump is (hopelijk was) dat hij juist daar op inspeelt. Wat werkelijk en waar is, schildert hij af als complotten en vijand van het volk of hemzelf.

De algoritmen van sociale media zijn ook nog eens handig te misbruiken om wat waar is in een kwaad daglicht te stellen. Petje af overigens voor diezelfde sociale media die na de bestorming van het Capitool ingrepen in de accounts van Trump .

Mensen die bedenkingen uiten tegen vaccinaties werden al voor corona afgeschilderd als complotgekkies, terwijl de argumenten om kanttekeningen te plaatsen bij de ontwikkeling dat we ons tegen elk gezondheidsrisico willen indekken ook met wetenschappelijk onderzoek worden gestaafd.

Zo blijkt het inenten tegen waterpokken, wat toch een betrekkelijk onschuldige kinderziekte is, vrijwel zeker verantwoordelijk te zijn voor de toename van gordelroos. Waterpokken en gordelroos horen bij dezelfde stam van het herpesvirus. De antistoffen die je als kind opbouwde door het krijgen van de ziekte beschermden je niet je hele leven. Maar dat was geen probleem zolang kinderen waterpokken bleven krijgen. Immers, als volwassene kwam je weer in aanraking met het virus, door kinderen en kleinkinderen of desnoods buurkinderen, waardoor de antistoffen gereactiveerd konden worden Nu dat niet meer gebeurt, kan het herpesvirus makkelijker gordelroos doen ontstaan.

De toename van auto-immuunziekten geeft ook te denken en hetzelfde geldt voor het geknutsel met juist ons immuunsysteem om weerstand tegen coronavirussen op te bouwen. Maar de groepsdruk neemt toe. Media en machthebbers weten geen andere oplossingen dan lockdowns en vaccinatie en als het zo doorgaat zijn de mensen die geen vaccinatie willen straks de nieuwe gekkies die van alles en nog wat uitgesloten moeten worden.

De ophitsing van Trump lijkt niet vergelijkbaar met het bestrijden van een pandemie. Maar wie even nadenkt ziet de overeenkomsten.

De Chinese machthebbers hebben ondertussen een onderzoeksdelegatie van de WHO de toegang tot Wuhan ontzegt. Dat openlijk machtsmisbruik toeneemt naarmate een macht groter wordt zou bijna ironisch genoemd kunnen worden, ware het niet dat het laat zien hoe gevaarlijk die macht is. En hoe we ook daar door beïnvloed worden.

Turkije

Als ik vertelde over mijn voornemen naar Cappadocië te gaan kreeg ik meestal de vraag waar dat ligt en in mindere mate enthousiaste reacties van mensen die er ooit geweest waren over hoe prachtig het er is. Steevast kreeg ik vragen en opmerkingen erbij of het wel verstandig was in deze tijd naar Turkije te gaan.
Maar ik had goede redenen om wel te gaan en aangezien mijn beroep niet meer in mijn paspoort staat was ik niet al te bezorgd.
Dat Turkije niet meer populair is als vakantieland bleek al op Schiphol, waar ik in de boarding ruimte voor het vliegtuig naar Istanbul de enige bleek die geen Turks sprak. De meeste vrouwen droegen lange jassen en hoofddoekjes.
Bij de paspoortcontrole in Istanbul was maar één van de elf hokjes open voor zo’n 8oo passagiers, maar ik heb me laten vertellen dat dat niet te maken had met dat daar zoveel Turkse Nederlanders bij waren, maar dat de Turkse maatschappij waarmee we vlogen geen steekpenningen aan de douane wilde geven. Nadat er bijna rellen uitbraken ging een tweede hokje open maar dat kon niet meer verhelpen dat na drieënhalf uur in de rij staan ik mijn volgende vlucht naar Kayseri miste.
Na van het kastje naar de muur gestuurd te zijn zodanig dat ik het grote vliegveld in Istanbul wel drie keer helemaal gezien heb, werd ik uiteindelijk goed geholpen door de vliegmaatschappij en zat ik een halve dag te laat in een tweede vliegtuig met minder hoofddoekjes, maar niet minder Turks sprekenden.
Op Kayseri werd ik geweldig geholpen met het vinden van mijn bagage en vanaf dat moment kan ik alleen maar positieve ervaringen over mijn Turkijereis vertellen. Cappadocië bleek nóg mooier dan ik me had kunnen voorstellen van de plaatjes en de mensen aardig en uiterst gastvrij. Overal waar ik kwam werd ik uitgenodigd om mee te eten en toen ik de groet ‘MerHaba’ had geleerd werd ik ook altijd vriendelijk terug gegroet.
In het dorpje Uçhisar waar ik verbleef, bewogen de inwoners zich tien jaar geleden nog voort op ezels en met paard en wagen en waren de daken gekleurd van het drogen van fruit. Daarna heeft het toerisme hun leven veranderd. De meeste van de 3200 inwoners wonen nu in de nieuwbouw op de hoogvlakte, de grotwoningen zijn verlaten, de eraan gebouwde voorhuizen van zacht steen vervallen, behalve daar waar hotelketens de huizen hebben opgekocht en luxe ‘cave hotels’ hebben gebouwd.
Het roept gemengde gevoelens op.
De luxe hotels verhuren nu vooral aan de rijken van Turkije die er komen congresseren of vakantie houden. Maar de inwoners van Uçhisar die van de opbrengst van hun grotwoning een nieuwbouwhuis konden kopen, zijn niet meer zeker van hun inkomen als portier, tuinman of ander werk bij de hotels, nu buitenlanders het gebied nauwelijks meer bezoeken.
Overal komen weer moestuinen waar mensen hun eigen eten verbouwen.
In het nabij gelegen Göreme stijgen in de vroege ochtend nog maar enkele luchtballonnen op in plaats van de vele tientallen die de afgelopen jaren het luchtruim boven de valleien kleurden. De ijscoman maakt een variéténummer van zijn ijs scheppen, we zijn de eerste klanten in een uur. In alle winkeltjes hangt een portret van Atatürk. Het is stil in die winkeltjes, de terrassen zijn meestentijds leeg. Het verval is nog net niet begonnen, maar zit er aan te komen als er niet snel meer bezoekers komen. Toch zijn de meeste mensen hier optimistisch. Misschien omdat ze niet anders kunnen omdat ze anders nu al hun deuren moeten sluiten. Of misschien hebben ze gelijk. Cappadocië en tal van andere streken in Turkije zijn te mooi om als vakantiebestemming te schrappen.
Aan de mensen zal het niet liggen, maar of de politiek besef heeft wat de gevolgen zijn van het beleid…
Dat politiek, populistisch of niet, ver staat van het volk, is in steeds meer landen het geval. Misschien dat we door de gekte van machthebbers weer gaan beseffen wat de kracht van een volk kan zijn. Steeds meer mensen maken hun eigen keuzes in hun leven voor wat zij zelf belangrijk vinden en kiezen daarbij hun eigen samenwerkingen. De machthebbers horen steeds meer bij een manier van denken die niet meer van deze tijd is.

 

Bange mensen

We gaan bij de vijver zitten. Ik op een van de twee bankjes, mijn hond schuin daarvoor op het gras. Mooi plekje is dit, we genieten samen van het uitzicht en de rust.
Als ik even om me heen kijk, zie ik twee jonge vrouwen aankomen; de een gekleed in een lange broek met blouse, de ander in een uitbundige zomerjurk met veel grote bloemen. Aan de zwarte kousen en korte laarsjes daaronder maak ik op dat ze op een kantoor werkt. De spulletjes die ze allebei in hun handen dragen zullen wel als lunch gaan dienen. Ze kijken onze kant op, kennelijk zit ik op hun favoriete bankje. Ik draai me af, als ik hen negeer doet mijn hond dat ook.
Maar ze gaan omstandig staan aarzelen of ze het andere bankje, zo’n vier meter bij ons vandaan nu wel of niet zullen gaan bezitten. Als ze eindelijk zitten hebben ze inmiddels de volle aandacht van mijn 9 maanden jonge reu.
Met kracht gaat hij hun kant uit, hij is aan de lijn, maar het bankje is glad en met zijn 35 kilo heeft hij behoorlijk wat trekkracht zodat ik naar de andere kant van het bankje glij op mijn in strak katoen gehulde billen. Richting het andere bankje.
De vrouwen slaken een gilletje.
“Hij is aan de lijn hoor,” zeg ik.
Ze staan al in de startblokken om op te staan. Ik ga ook maar staan. Hier blijven zitten is nu niet meer rustig. De uitbundige bloemjurk vraagt: “Bijt ie?”
“Dat weet ik niet,” zeg ik.
Ik hoor nog een zacht gilletje en de beide dames staan en zetten passen achteruit.
Ik kan mijn lachen niet inhouden.
“Natuurlijk niet,” zeg ik. “Sorry hoor, maar jullie zijn zo bang, ik kon het even niet laten om een grapje te maken.”
Hoofdschuddend loop ik weg. “Bijt ie?!”
Omdat het een grote hond is zou hij bijten?
Met de  ervaringen in Brussel nog vers in mijn geheugen begint me op te vallen hoe het aantal mensen dat bang is voor honden hier ook snel toeneemt. Ook bij autochtonen. We noemen de hond al steeds vaker gekscherend ‘het monster’. Zijn robuuste voorkomen, zijn onstuimige jonge honden gedrag en wellicht ook de enorme haarpartij voor zijn ogen schrikt mensen af kennelijk. Sinds hij een paar maanden terug een klein wondje op zijn kop opliep wil hij geen speldje meer in zijn haar. Daar moet toch maar gauw verandering in komen, als je zijn ogen kunt zien, oogt dat wellicht vriendelijker. Toch heb ik er weinig vertrouwen in dat het veel zal uitmaken.

Angst is een slechte raadgever.

Men lijdt het meest van het lijden dat men vreest.

Wie kent deze twee spreekwoorden niet?

Maar we leven in een angstcultuur. Overheden spelen sinds 9/11 handig in op de angsten van de mensen. Onder het mom van veiligheid nemen overheden maatregelen die onze privacy inmiddels vrijwel volledig om zeep hebben geholpen. Maak het volk angstig en je kunt je macht makkelijk vergroten.
Goed beschouwd zijn de Britten dappere mensen, ook al proberen Europese media nog zo hun best te doen ons te vertellen wat voor ellende de Britten bezig zijn zich op hun hals te halen.
Wat Turkije betreft kunnen we nog slechts hopen dat de maatregelen van Erdogan uiteindelijk ook grote delen van zijn aanhang tot inkeer brengen.

Van mijn honden heb ik geleerd niet bang te zijn. Dingen zijn zoals ze zijn en door met volle aandacht in het nu te zijn, kun je veel beter anticiperen op wat er op je pad komt. Details zullen je niet ontgaan, signalen zul je eerder oppakken dan als je angstig bent. Mijn huidige jonge hond is ook een dapper dier. Op onbekend terrein gaat hij voor, in het vertrouwen dat ik wel aan zal geven als dat niet meer kan. Of heel misschien ooit aanzet tot actie. Ik hoop dat dat nooit nodig zal zijn.
Het is bijna niet meer voor te stellen, maar tot zo’n 15 jaar geleden liepen honden nog vaak los. Om redenen van veiligheid is loslopen nu vrijwel overal verboden. Maar sinds dat niet meer mag, zijn er steeds meer honden die volgens hun eigenaren ook niet los kúnnen om wat voor verknipte reden dan ook. Steeds meer mensen zijn bang voor honden, steeds minder mensen weten nog hoe met een hond om te gaan.
Mijn hond vindt angstige mensen nu vooral nog grappig en een enkele keer lastig, maar hij voelt per keer ook dat zijn macht toeneemt, dat maakt het opvoeden steeds lastiger. Zonder goede training en voorlichting kun je beter niet meer aan je eerste hond beginnen. Bij die trainingen wordt in feite vooral de baas getraind.

Zo is het ook met machthebbers. Ze zijn steeds slimmer, steeds gewiekster, hebben alle kennis over massacommunicatie en -manipulatie tot hun beschikking en bedenken steeds slimmere dingen om ook alle middelen daartoe in handen te krijgen. Erdogan had kennelijk zijn plan voor zuiveringen al lang klaar liggen. Als burger moet je van heel goede huize komen om de moderne middelen van manipulatie en propaganda te doorzien. De media schieten tekort in het geven van voorlichting hierover aan burgers en natuurlijk helemaal als media onder invloed staan van de machthebbers.

Een gedwee volk maakt zijn eigen regeerders steeds machtiger.

kletsnatte Briard